Roest en Rechtvaardigheid
- 8 uur geleden
- 4 minuten om te lezen
De telefoon krijste op het bureau van commissaris Greta van den Gevallenen.

Ze nam op, haar grijze ogen priemden alvast vooruit. "Van den Gevallenen."
Een gehaaste stem aan de andere kant van de lijn ratelde over twee GTI's die een spoor van chaos en angst achterlieten op de snelweg. Racen, roekeloos inhalen, bumperkleven – een complete anarchie op wielen. De halve landelijke politiemacht zat er al achteraan, maar de wegpiraten waren ongrijpbaar.
Greta zuchtte diep. "Hakim!" riep ze, haar stem dof galmend door de open ruimte. Hakim de Groot, het excentrieke schouw arts, kwam aangesneld, zijn rode fez wiebelend bij elke stap, zijn groene corduroy pak levendig in de tl-verlichting. "Wat is er aan de hand, Commissaris?"
Voordat Greta antwoord kon geven, klonk er een donderend geraas, gevolgd door het geluid van omvallende objecten en een hysterisch gelach dat alleen van Ingrid (Inge) Dubois kon komen. Een stoel danste een tango op haar wieltjes, dossiers waaiden als herfstbladeren door de lucht, en een kapstok leek te smeken om genade. Achter Ingrid, met rode krullen wild wapperend onder haar bruine Stetson, rende Trude von Jugend aan, een jonge tornado in een leren jas en gympen, behendig koffiemokken opvangend en terugzettend op bureaus.
"Wegpiraten!" brulde Ingrid, terwijl ze de deur uit stormde, een krentenbol half opgegeten in haar gehandschoende hand. "Trude, start de Ford!"
Hakim keek met opgetrokken wenkbrauwen naar Greta. "Och, nee," kreunde de commissaris, haar gezicht vertrokken in een mengeling van wanhoop en berusting.
Samen liepen ze naar het raam en keken naar de parkeerplaats. Daar stonden ze, de legendarische voertuigen van Ingrid en Trude. Ingrids Ford Sierra uit 1987, een roestig monster met een uitlaat waar een kat zich in kon verstoppen, en Trudes metallic groene Ford Fiesta XR2i uit 1984, net zo roestig maar met de liefde van een autoliefhebber gepoetst. Beide ogenschijnlijk rijp voor de sloop, maar onder de motorkap schuilden krachten die de meeste moderne sportwagens jaloers zouden maken.
Toen, het gebeurde.
Beide auto's gromden tot leven. Blauwe zwaailichten flitsten verraderlijk vanuit de grille en achter de achterruiten. Rook kringelde onder de wielen vandaan. En toen, de sirenes. Ingrids sirene was een oorverdovende krijs, berucht onder criminelen, een voorbode van hun ondergang. Maar toen klonk er een tweede brul, een tweede sirene, deze dieper, resonerend, door merg en been snijdend. Ingrid was niet alleen. Trude had zich aangesloten bij de jacht.
"De onderwereld beeft", fluisterde Hakim, zijn fez trilde zachtjes.
Greta schudde haar hoofd, maar er glinsterde een sprankje van trots in haar grijze ogen. "Ze zijn gek", mompelde ze. "Maar ze krijgen het wel voor elkaar."
De twee Fords schoten weg, de parkeerplaats af, en voegden zich in het verkeer alsof ze er altijd al hoorden. De commissaris en Hakim haastten zich naar Greta's snelle Mercedes. "We moeten erachteraan", zei Greta, haar stem vastberaden. "Niet dat we ze kunnen bijhouden, maar we moeten zien wat er gebeurt."
Op de snelweg ontketende zich een spektakel. Ingrid en Trude, een roestig duo van rechtvaardigheid, haalden de ene politieauto na de andere in alsof ze stil stonden. Met chirurgische precisie manoeuvreerden ze tussen het verkeer, de twee GTI's in de gaten houdend. De achtervolging was een dans op het scherp van de snede, een symfonie van gierende banden en brullende motoren.
Trude, met haar kennis van martial arts en haar onfeilbare instincten, stuurde de GTI's naar elkaar toe, waardoor ze geen kant meer op konden. Ingrid, met haar ongeëvenaarde rijvaardigheid en haar intuïtie voor crimineel gedrag, blokkeerde de vluchtroutes. Uiteindelijk werden de twee wegpiraten met een daverende klap in de vangrail gedrukt.
De twee Fords stonden grommend stil achter de wrakken. Ingrid stapte uit de Sierra, een krentenbol in haar hand, en Trude sprong uit de Fiesta, klaar voor actie. Met snelle en efficiënte bewegingen werden de bandieten overmeesterd, elk door een van de twee roestige engelen van de rechtvaardigheid.
Greta en Hakim, die inmiddels waren gearriveerd in de Mercedes, keken vol bewondering toe. Ingrid bood Greta en Hakim een krentenbol met kaas aan. Trude had er al één.
En toen, de chaos.
Ingrid stapte per ongeluk op de tenen van een van de bandieten. De man schreeuwde het uit. Terwijl Ingrid zich verontschuldigde, struikelde ze over een graspol en opende per ongeluk de kofferbak van een van de GTI's. Een zak met smokkelwaar kwam tevoorschijn. Trude ving Ingrid behendig op toen ze naar voren viel, waardoor een verdere ramp werd voorkomen.
"Altijd wat", zuchtte Greta, terwijl ze toekeek hoe de bandieten werden afgevoerd. Ze kon niet nalaten om Hakim aan te stoten. "Die Dubois, ze lost het wel op, maar die chaos! En die Trude, hoe ze Dubois aanvult en toch een voorbeeld aan haar neemt!"
Hakim grijnsde. "Commissaris, ze zijn een roestig, maar toch gouden duo."
Greta kon het niet ontkennen. "Je weet het", zei ze met een zachte stem, "ik zal het ontkennen, maar ik mag Dubois graag. En Trude ook." Ze keek naar de twee roestige Fords die naast elkaar stonden, de blauwe zwaailichten nog steeds zacht flikkerend. "Roest en rechtvaardigheid", mompelde ze. "Een onwaarschijnlijke combinatie, maar ze werkt wel."
Comments