top of page
Zoeken

Ogenschijnlijke zelfmoord

  • Foto van schrijver: Kylian Verhalenverteller
    Kylian Verhalenverteller
  • 11 uur geleden
  • 4 minuten om te lezen

De bel van het politiebureau rinkelde schel, een kakofonie van activiteit loslatend. Agenten haastten zich heen en weer, telefoons rinkelen, stemmen schreeuwen.



In het midden van deze georganiseerde chaos probeerde Commissaris Greta van den Gevallenen de orde te bewaren, een vrijwel onmogelijke taak. Haar grijze krullen waren in de war, haar grijze ogen gefixeerd op een stapel rapporten die als een berg op haar bureau lag.


"Dubois!" brulde ze, haar stem dragend over de ruimte. "Dubois, meld je!"


Een moment later verscheen er een figuur in de deuropening, gehuld in een lange beige regenjas en met een bruine Stetson die een wilde rode krullenpartij in bedwang probeerde te houden. Het was Ingrid (Inge) Dubois, en zelfs op afstand kon Greta al voelen hoe haar bloeddruk steeg. Ingrid Dubois was een wervelwind, een orkaan van onvoorspelbaarheid, een… pain in the but. Maar, Greta moest toegeven, ze was ook een briljante inspecteur. Een vreemde, onconventionele briljante inspecteur.


Ingrid knikte kort. "Commissaris?" Ze kauwde op een krentenbol, een kenmerkend accessoire dat nooit ontbrak.


"Een lijk," zei Greta kortaf. "Schuur. Ophanging. Hakim denkt moord. Ik wil dat je ernaar kijkt."

Ingrid knikte, een kruimel van haar krentenbol viel op de grond. Achter haar verscheen een jonge vrouw met een leren jas en een vastberaden blik: Trude von Jugend, Ingrids assistente. Een tiener nog, maar een martial arts specialist van formaat.


"Trude gaat met je mee," vervolgde Greta. "Hou haar in de gaten, Dubois. En probeer de boel deze keer niet helemaal af te breken."


Ingrid glimlachte, een glimlach die zowel geruststellend als beangstigend was. "Geen beloftes, Commissaris. Maar ik zal mijn best doen."


De plaats delict was een vervallen schuur buiten de stad. De geur van oud hout en stof hing zwaar in de lucht. Aan een dakbalk bungelde het lichaam van een jonge vrouw, haar ogen wijd open en levenloos.


Hakim de Groot, de schouwarts, stond al ter plaatse, gehuld in zijn onvermijdelijke rode fez en een groen corduroy pak met een groene vlinderdas. "Ingrid," begroette hij haar met een brede glimlach. "Ik wist dat je zou komen. Zelfmoord? Nooit!"


Ingrid trok haar gehandschoende hand uit haar zak en haalde er een vergrootglas bij. Ze negeerde Hakim's theatrale uitspraken en begon de schuur te inspecteren. Ze struikelde onmiddellijk over een lege emmer, die met een klap op de grond viel.

"Voorzichtig, Ingrid!" riep Trude, die haar ternauwernood kon opvangen.


Ingrid mompelde een verontschuldiging en richtte zich weer op haar onderzoek. Ze vond een klein schrammetje op de dakbalk, te vers om van de ophanging te zijn. Een aanwijzing. Ze liet per ongeluk haar krentenbol vallen, precies in een plas water.


"Sorry," zei ze weer, terwijl Trude de boel schoonmaakte.


Even later vond ze, verstopt onder een stapel oude zakken, een stuk gebroken glas. Ze wilde het oppakken, maar stootte per ongeluk tegen een wankele ladder, die met een donderend geraas omviel.


Greta, die op een afstand toekeek, zuchtte diep. "Die vrouw is een ramp," mompelde ze. Maar in haar hart wist ze dat Ingrid, ondanks haar onhandigheid, de zaak zou oplossen.

Hakim, met een twinkeling in zijn ogen, lachte zachtjes. "Ze heeft een manier, nietwaar? Chaos en genialiteit gaan vaak hand in hand."


Trude, ondanks de constante stroom van kleine ongelukken die Ingrid omringden, keek met bewondering naar de inspecteur. Ze zag hoe Ingrid, tussen de chaos door, minuscule details oppikte die anderen zouden missen.


De volgende dag op het politiebureau leek het nog chaotischer dan normaal. Ingrid had haar kantoor, dat aan het begin van de ochtend nog brandschoon was, omgetoverd tot een schijnbaar willekeurige stapel bewijsmateriaal. Papier lag verspreid, foto's waren aan de muren gespijkerd, en een wirwar van rode draadjes verbond verschillende connecties. Ze had haar krentenbol op haar bureau laten liggen.


"Dus," begon Ingrid, terwijl ze een enorme plak kaas op een nieuwe krentenbol legde, "we weten dat het geen zelfmoord was. De schram op de dakbalk, het gebroken glas… het wijst allemaal op een worsteling."


Trude knikte, haar ogen gefocust op de wirwar van informatie. "En de bloedspatten op de mouw van het slachtoffer, die niet overeenkomen met haar eigen bloedgroep," voegde ze toe.


Greta, die in de deuropening stond, keek toe met een mengeling van frustratie en fascinatie. Ingrid en Trude werkten samen als een goed geoliede machine, ondanks de chaos.


"Het motief?" vroeg Greta.


Ingrid nam een enorme hap van haar belegde krentenbol. "Jaloezie," zei ze. "Onze dader was de ex-vriendin van de nieuwe vlam van het slachtoffer."


De arrestatie was snel en efficiënt. Ingrid, met Trude aan haar zijde, confronteerde de ex-vriendin met het bewijs. De vrouw brak en bekende.


Terug op het politiebureau heerste een lichte euforie. De zaak was opgelost. Greta, met een knor in haar stem, feliciteerde Ingrid.


"Goed werk, Dubois," zei ze. "Ondanks de gebruikelijke chaos."

Ingrid glimlachte. "Chaos is soms nodig om de waarheid te vinden, Commissaris." Ze pakte een nieuwe krentenbol.


Hakim, die op de achtergrond toekeek, knikte instemmend. "Ik wist het wel," zei hij met een brede glimlach. "Ingrid is een genie. Een chaotisch genie, maar een genie nietemin."


Trude keek naar Ingrid met een gevoel van trots. Ze had veel geleerd van de excentrieke inspecteur. Niet alleen over misdaadonderzoek, maar ook over het omarmen van chaos en het volgen van je intuïtie.


Buiten stond Martin van Genlogen, Trude's vriendje, hen op te wachten. Hij was een eerlijke jongen, een loodgieter met groene ogen en een stevige handdruk. Hij had de Ford Sierra van Ingrid al van verre zien aankomen, herkenbaar aan het gebrom van de motor en de staat van onderhoud.


De Sierra, die van ellende uit elkaar leek te vallen, maar in werkelijkheid extreem goed onderhouden was, stond geparkeerd voor het politiebureau. De blauwe zwaailampen, verborgen tot actie, lagen er onopvallend bij. De criminelen zouden het al snel genoeg merken als de Sierra weer in actie kwam - de bloedsnelheid van het apparaat, gecombineerd met de angstaanjagende sirene, maakte het een nachtmerrie voor elke boef.


Ingrid Dubois stapte in haar geliefde Ford Sierra, klaar voor de volgende zaak. Ze nam nog een hap van haar krentenbol, een dikke plak kaas erop. De stad wachtte. En Ingrid Dubois, met haar chaos en haar scherpe intuïtie, stond paraat.


 
 
 

Comentários


bottom of page