Inspecteur Ingrid Dubois Het verdwenen lijk.
- Kylian Verhalenverteller
- 11 apr
- 3 minuten om te lezen
De melding kwam binnen op een dinsdagochtend, net toen inspecteur Ingrid 'Inge' Dubois haar tweede donut naar binnen werkte. “Moord”, kraakte de stem door de speaker. "Lijk vermist. Adres: Oudegracht 13."

Inge zuchtte. Moord was haar specialiteit niet. Chaos, struikelen over bewijsmateriaal en onbedoeld verdachten beledigen, dát kon ze als de beste. Een een vrouwelijke versie van Columbo en Inspecteur Clouseau met een neus voor details, zo omschreven haar collega's haar wel eens gekscherend.
Ze pakte haar oude beige regenjas(die nodig gestreken moest worden) en haar handtas, die meer weg had van een verhuisdoos. Oudegracht 13 bleek een huis te zijn dat zo uit een horrorfilm was gestapt. Gotische ramen, klimop die als een verstikkende deken over de gevel groeide en een tuin vol planten die eruit zagen alsof ze mensenvlees aten. Inge rilde.
Ze belde aan. De deur werd geopend door een vrouw die zo uit de Addams Family leek te zijn weggelopen, maar dan in een extra enge versie. Morticia Addams, maar dan met bloeddoorlopen ogen en een frons die diepe groeven in haar voorhoofd had geëtst. Haar ravenzwarte haar hing als een glanzende gordijn rond haar bleke gezicht. "Inspecteur Dubois", zei Inge, terwijl ze met een ruk haar handtas over haar schouder hees. "Er is een melding van moord…?" De vrouw, die zichzelf later voorstelde als Seraphina Nachtschade, knikte zwijgzaam en liet Inge binnen. Het interieur was even troosteloos als de buitenkant.
Overal stonden antieke meubels bedekt met wit kant, en de lucht hing er zwaar van wierook en iets ondefinieerbaars, iets… muffigs. "Dus", begon Inge, terwijl ze voorzichtig op een stoel plaatsnam die eruitzag alsof hij elk moment kon instorten. "Waar is het lijk?" Seraphina haalde haar schouders op. "Verdwenen." "Verdwenen?" Inge fronste. "Een lijk verdwijnt niet zomaar." Ze haalde een notitieblok en een pen uit haar tas, waarbij ze per ongeluk een pak koekjes en een halflege fles cola omstootte. Seraphina negeerde de ravage en wees naar een donkere vlek op het Perzische tapijt. "Daar. Daar lag hij. Totdat hij… niet meer lag."
Inge inspecteerde de vlek. Het leek inderdaad op bloed. Ze haalde een plastic zakje uit haar tas (waar ze ook nog een verloren sok en een paar oude kauwgomballen aantrof) en verzamelde een staaltje. "En het moordwapen?" vroeg Inge. Seraphina wees naar een zilveren dienblad waarop ee😁n enorm portret van een knappe man met een snor. "Is dat uw echtgenoot?" vroeg Inge. Seraphina knikte. "Hubert. Hij is op zakenreis." Een eureka moment flitste door Inges gedachten. "Wacht eens even… U heeft uw man proberen te vermoorden, maar hij was er niet eens?!" Seraphina's blik werd nog zwarter. "Ik dacht dat het hem was! Hij draagt altijd zo'n rare pyjama met eendjes erop." "En wie was het dan wél die u met het rubberen mes 'vermoord' heeft?" "Meneer Pietersen", mompelde Seraphina. "De buurman. Hij kwam langs om een kopje suiker te lenen." Inge sloeg zich voor haar hoofd. "U heeft de buurman aangevallen met een rubberen mes, denkend dat hij uw man was, omdat hij een eendjespyjama droeg?" Seraphina knikte. "Het spijt me verschrikkelijk." Inge gaf genomen staal af aan het lab en daar bevestigde ze haar theorie. Het was de specialiteit van meneer Pietersen, vloeibare chocolade gemengd met rode wijn. Ze confronteerde hem met de feiten en hij bekende dat hij in shock was en niet naar de politie durfde te gaan, dus was hij maar naar huis gegaan. Inge Dubois had de zaak opgelost. Geen moord, alleen een gruwelijke vergissing, een aanval met een rubberen mes en een doodsbange buurman.
Ze verliet Oudegracht 13, haar trenchcoat vol stof en spinnenwebben, haar handtas nog rommeliger dan voorheen, maar met de voldoening van een klus die op haar eigen, bizarre manier was geklaard. En: Ze had nu een goed verhaal om te vertellen, terwijl ze aan haar derde donut begon.
Heerlijk om te lezen.😀