top of page
Zoeken

De Moord en de Fiesta

  • Foto van schrijver: Kylian Verhalenverteller
    Kylian Verhalenverteller
  • 3 dagen geleden
  • 5 minuten om te lezen

Het Roestige Recht: Een Kroniek van Krentenbollen en Knalpijpen




De grote ruimte van het politiebureau zoemde als een bijenkorf. Agenten schoten heen en weer, papieren wapperden, telefoons rinkten. Tussen de chaos door navigeerde Commissaris Greta van den Gevallenen, een robuuste vrouw met grijze krullen en een blik die beton kon doen barsten. Ze zuchtte diep. Ingrid Dubois. Een vloek en een zegen, die Dubois. Een regelrechte 'pain in the but', maar o zo effectief.


In het kantoor dat was gereserveerd voor de nieuwe inspecteur, heerste een andere soort chaos. Ingrid Dubois, een vuurtoren van rode krullen gehuld in een lange beige regenjas en getooid met een bruine Stetson, stond midden in de kamer. In haar gehandschoende hand hield ze een vergrootglas, waarmee ze intensief een krentenbol observeerde. Naast haar stond Trude von Jugend, een frêle tiener in een leren jack, geel shirt, spijkerbroek en gympen, die verveeld met haar voet op de grond tikte.


"Ingrid," zuchtte Trude met een zwaar Duits accent. "Moeten wir niet naar de Tatort?"

Ingrid nam een flinke hap van haar krentenbol. "Rustig, Trude. Eerst brandstof. En kaas. Een krentenbol zonder kaas is als een misdaad zonder motief: onbevredigend." Ze pakte een plak kaas uit haar jaszak en belegde haar versnapering. "Bovendien," kauwde ze, "voel ik dat deze zaak haast heeft. De geur van onrecht is sterk."


Even later scheurde Ingrids zilverblauwe Ford Sierra uit 1987, een wonder van onderhoud ondanks zijn roestvlekken, de parkeerplaats af. Trude zat naast haar, de wind suizend door haar haar. De onopvallende blauwe zwaailampen, strategisch weggewerkt achter de roestige bumper, flitsten fel toen Ingrid de sirene aanzette. Het schelle gehuil galmde door de straten.


"Waarom zo'n haast, Ingrid?" vroeg Trude, haar stem overstemd door het lawaai.

Ingrid keek haar grijnzend aan. "Ik heb zo'n vermoeden dat we niet de enigen zijn die op weg zijn naar de plaats delict, Trude. En ik heb een hekel aan achter de feiten aan te lopen."


De 'plaats delict' was een appartement in een rustige wijk. Het slachtoffer, een vrouw van in de vijftig, lag op de grond. Een mes lag naast haar, een pistool in haar hand. Haar hoofd was kaalgeschoren en op haar borst was een speelkaart gespeld: harten één.


Hakim de Groot, de schouwarts, stond al gebogen over het lichaam. Hij droeg zijn gebruikelijke outfit: een rode fez op zijn hoofd en een groen corduroy pak met een groen overhemd en een vlinderdas. "Ahoe, goeiemogge allemáál," begroette hij hen met een zwaar Brabants-Turks accent. "Het is net een circus hier, maar dan zonder olifanten en mét een dooie. Tis gin zelfmoord, dames. Da's unne zekerheid."


"Waarom ben je daar zo zeker van, Hakim?" vroeg Commissaris van den Gevallenen, die inmiddels ook was gearriveerd.


Hakim wees met een gehandschoende vinger. "Die hoek van de mes, die is te onhandig. En die pistool? Te ver van de hand. En trouwens, wie scheert nou zijn eige kaal voordat ie zelfmoord pleegt? Dat is toch onzin, man!"


Ingrid, die inmiddels een tweede krentenbol met kaas tevoorschijn had getoverd, knikte instemmend. "Hakim heeft gelijk. Bovendien, die kaart. Een harten één. Symboliek. Iemand wil een boodschap afgeven."


Terwijl Hakim verder onderzoek deed, begon Ingrid de kamer te inspecteren. Ze struikelde over een kleed en belandde met een smak in een grote plantenbak, waarbij ze de helft van de aarde over zich heen kreeg. Trude rolde met haar ogen en hielp haar overeind.

"Ingrid, kijk nou uit!"


Ingrid veegde wat aarde van haar regenjas. "Ongelukken horen erbij, Trude. Het leven is een chaos, net als een goede misdaad. Het gaat erom hoe je ermee omgaat."


Ondanks haar onhandigheid, had Ingrid een oog voor detail. Ze bekeek de speelkaart aandachtig. "Het papier is nieuw, maar de kaart niet. Gevonden, niet gekocht." Ze inspecteerde de randen van het mes. "Goedkoop staal. Massaproductie." Ze rook aan het pistool. "Niet recent gebruikt. Waarschijnlijk al lang in bezit."


Ineens stond Ingrid stil. Ze wees naar een kleine, bijna onzichtbare kras op de vloer. "Trude, jij bent toch zo goed met die martial arts van je. Is dit een val?"


Trude hurkte neer en bekeek de kras. "Ja, Ingrid. Een simpele tripwire. Ze wilden dat iemand zou vallen."


Ingrid glimlachte. "Slim. Maar niet slim genoeg." Ze keek naar Commissaris van den Gevallenen. "Commissaris, laat alle mannen met een strafblad die een kaartspel bezitten en een goedkoop mes en een oud pistool in huis hebben, ophalen. Begin bij de kroegen rondom het voetbalstadion."


De commissaris keek haar verbaasd aan. "Waarom het voetbalstadion?"

"Simpel," zei Ingrid. "Mensen die van voetbal houden, houden van gokken, drinken en vechten. En de harten één? Dat is een kaart die nogal eens verkeerd valt in een pokerspel. Ik wed dat ons slachtoffer iemand heeft bedrogen, en diegene heeft wraak genomen."


Nauwelijks een kwartier later, nadat de eerste verdachten waren opgepakt, kwam het nieuws binnen. Een man had bekend. Hij had een gokschuld bij het slachtoffer, was bedrogen, en had haar in een vlaag van woede vermoord.


De Commissaris stond perplex. "Hoe… hoe doe je dat toch, Dubois?"

Ingrid haalde haar schouders op en nam nog een hap van haar krentenbol. "Elementair, Commissaris. Observeren, deduceren en een beetje geluk."


Die avond zaten Commissaris van den Gevallenen en Hakim de Groot in haar kantoor.

"Wat is het toch met die Ingrid Dubois?" vroeg de Commissaris, haar grijze ogen vol verbazing. "Ze is een wandelende ramp, maar ze lost de zaken sneller op dan wie dan ook."

Hakim glimlachte. "Ze is unne aparte ja. Maar wel slim. En dat meisje, Trude. Die is ook goed bezig. Die twee zijn een goed team."


De commissaris zuchtte. "Ik geef het nooit toe tegen iemand anders, Hakim, maar ik mag die twee snotneuzen eigenlijk wel. Maar dat blijft onder ons."


Hakim knikte instemmend. "Komt goed, Commissaris. Komt goed."


Ondertussen was Trude toe aan haar eigen auto. Ze had lang gespaard en wilde iets speciaals. Ingrid, achter het stuur van haar roestige maar geliefde Ford Sierra, nam Trude mee langs verschillende garages. Uiteindelijk viel Trude's oog op een roestige, metallic groene Ford Fiesta XR2i uit 1984.


"Die is het!" riep Trude enthousiast. "Hij is perfect!"


Ingrid keurde de auto goed. "Roest is slechts een buitenkant, Trude. Het gaat om wat er onder zit. En deze Fiesta is technisch perfect."


Samen met Maarten, Trude's vriendje, een handige loodgieter met donker haar en donkergroene ogen, begonnen ze te sleutelen aan de Ford Fiesta. Ze restaureerden de auto, verstopten blauwe zwaailampen in de grill en achter de achterruit, net als Ingrids Sierra. Trude had de smaak te pakken. Ze wilde haar eigen 'onopvallende' politiewagen, net als haar mentor.


Een week later reed Trude, trots als een pauw, de parkeerplaats van het politiebureau op. Ingrid volgde haar in de Sierra. De twee roestige Fords brulden synchroon, een kakofonie van motorgeluiden die de vogels de bomen uit joeg.


Commissaris van den Gevallenen stond met open mond naar het tafereel te kijken. Ze kon haar oren niet geloven. Twee roestbakken, klaar om uit elkaar te vallen, en beide uitgerust als politiewagens. Ze voelde een rolberoerte opkomen.


Hakim, die naast haar stond, schoot in de lach. "Goed voorbeeld doet volgen, Commissaris," zei hij met een brede grijns. "Goed voorbeeld doet volgen."


De criminaliteit in de stad kreeg het zwaar te verduren. De criminelen hadden al doodsangsten voor Ingrid en haar Ford Sierra, maar nu doemde er een tweede schaduw op aan de horizon. Trude en haar Ford Fiesta. Het idee dat Ingrid Dubois een leerling aan het opleiden was, deed de criminelen bibberen. En elke keer als ze de roestige groene Ford Fiesta in hun achteruitkijkspiegel zagen verschijnen, wisten ze dat het einde nabij was. Het roestige recht was in aantocht, aangedreven door krentenbollen, knalpijpen en een onwrikbaar gevoel voor gerechtigheid.


 
 
 

Comments


bottom of page